De stamvader van de Enschedese jazz was ongetwijfeld Ben Volkers, die in 1938 zijn eerste bandje had, de Windy City Stompers, met onder meer Jan Beunk, Arnold Bronsema en Toon Pollink.
Zij speelden een soort hot dance muziek op schoolfeestjes en partijtjes. In de oorlogsjaren, toen Amerikaanse muziek tot de ‘entartete Kunst’ behoorde en een dansverbod gold, traden ze ook wel op in de Dommert in Dolphia. Kwam de Wehrmacht of Polizei binnen, dan werden gauw de tafels en stoelen weer in het gelid gezet. De titel van een nummer als Limehouse Blues veranderde op slag in Het Blauwe Lijmhuisje en de band heette opeens Oefening Baart Kunst. Op enkele locaties in Enschede werden af en toe illegale dansavonden gehouden, onder meer op de zolder boven de schoenenzaak van de Bata, op de hoek van de Walstraat en de Marktstraat.