Huisgenoot en ik verwijlen weliswaar graag in jazzcafé De Tor, maar erg frequent zijn onze bezoeken niet. Ik was dan ook verrast én vereerd toen mij werd gevraagd een bijdrage te leveren aan het jubileumboek van De Tor. Of ik iets wilde schrijven over een optreden dat indruk had gemaakt, of voor mij bijzonder was geweest. Jée, zeg! Ik weet een beetje over toneel en dans…
Omdat ik tamelijk weinig naar jazzconcerten ga, heb ik dus ook weinig “vergelijkingsmateriaal”. Het lijkt dan gemakkelijk om een optreden het predicaat “bijzonder” te geven, ware het niet dat de programmering van De Tor behoorlijk goed is.
Maar er is een Toravond geweest die mij bijzonder heeft verrast. Sly meets Callas, een concert van Artvark Saxophone Quartet en Claron McFadden, op vrijdag 22 februari 2013. Het was voornamelijk vanwege Claron McFadden dat huisgenoot en ik toen naar De Tor gingen. We kenden haar als operazangeres (in een Franse barokopera), als – beslist niet statische – zangeres bij dansvoorstellingen van Leine & Roebana en als vertolkster van Brechtliederen samen met Sven Ratzke.
Claron McFadden is dus niet een zangeres die zich in een bepaald hokje laat duwen om daar dan in te blijven. En ook Artvark Saxophone Quartet legt zich niet vast in een bepaalde stijl en voert (vooral) eigen werk uit. Die combinatie maakte nieuwsgierig en leidde naar De Tor.
Sly meets Callas verraste me omdat het saxofoonkwartet geenszins diende ter begeleiding dan wel ondersteuning van de zangeres. Artvark en McFadden vormden een haast natuurlijke symbiose. Nu eens – vooral als zij geen tékst zong – was de stem van Claron McFadden het vijfde instrument, dan weer werden de vier saxofoons één stem in duet met de zangeres. En even zelfs, was het alsof de saxen de rol speelden van het koor in een klassieke Griekse tragedie, commentaar gevend op het door Claron McFadden gesproken noodlotsverhaal over een grote doch gefnuikte liefde.
Het blijft curieus dat instrumenten zich voor kunnen doen als de menselijke stem en omgekeerd. Zulks gebeurde bij McFadden en Artvark als vanzelfsprekend, op geen enkele manier geforceerd: zij sloot zich aan bij het kwartet om dan weer haar eigen weg te gaan; het kwartet voegde zich bij haar; een solist maakte zich los. Het leek welhaast een dansvoorstelling met ensemblewerk, duetten en soli.
Werd je al opgewekt door de muziek, het optreden was ook nog eens een genoegen om naar te kijken. Claron McFadden heeft niet alleen een expressieve stem (sopraan), maar ook een expressief gezicht en ze is beweeglijk. En de vier mannen van Artvark (Rolf Delfos, altsax, Bart Wirtz, altsax, Mete Erker, tenorsax, Peter Broekhuizen, baritonsax) zijn trouwens ook geen houten klazen toeteraars. Hun optredens – dus ook Sly meets Callas – vertonen hier en daar een bijna dansant aspect: bij soli heeft ieder z’n eigen (losse) manier van bewegen, maar wanneer zij gevieren spelen zijn hun bewegingen als strak gechoreografeerd.
Dat huisgenoot en ik Artvark-optredens in Enschede en omstreken goed in de gaten houden, is mede te danken aan het concert in De Tor.